In de reeks over de Mingolië-campagne, wordt nu de voglende stad beschreven, Tohami.
Opmerkelijk is dat dit een 'nieuwe' stad is, specifiek voor deze campagne. Ze komt immers niet voor op de landkaarten die ooit in Schimmen&Schaduwen publicaties verschenen zijn.
Tohami ligt in de zuidelijke punt van het land Orasol. |
Tohami en omgeving (tekening Joeri W.) |
In de uiterst zuidelijke punt van Orasol ligt Tohami, de zusterstad van Oras.
Deze hoofdstad van het zuiden ligt in een diepe baai en wordt geflankeerd door twee forten, in de stad zelf ligt een derde groter fort dat bewoond wordt door de heerser van Tohami: Admiraal - Oyabun Tanaka Musashi. De stad is iets kleiner dan Oras en veel gestructureerder. Net zoals Oras is dit een uitgebreide havenstad met veel bezoekers. Tohami heeft echter een meer militaire functie, de vele schepen die deze zeeën patrouilleren dienen namelijk niet alleen om andere schepen te controleren of piraten en smokkelaars op te jagen maar vooral om het elfenrijk Xalm te intimideren. Deze twee rijken hebben namelijk al jaren een koude oorlog die voortvloeide uit de grote rassenoorlog.
Tohami is voornamelijk opgetrokken uit bamboe, kalksteen en cederhout. Het grootste deel van deze stad heeft dezelfde architectuur: rechte straten, lage en lange gebouwen, schuifdeuren, vensters en muren in papyrus en gebogen daken. Het geheel ziet er verzorgd en gestructureerd uit. Belangerijke gebouwen zoals de Shinto-tempel hebben meerdere verdiepen met tussendaken, palissades en pagodes. De hoeken van de straten zijn afgebakend door rijk gedetailleerde lantaarnpalen die elke nacht worden aangestoken door de stadswachters.
Tanaka Musashi is een machtig en invloedrijk man, tevens is de veiligheid van de stad een van zijn grootste bekommernissen. Hierdoor worden er strengere wetten gehandhaafd dan elders in het land. Vooral 's nachts is dit merkbaar. Groepjes van 2 tot 4 stadswachten doen 's nachts hun rondes en houden iedere persoon die zij tegenkomen aan om hun te vragen naar hun bezigheid. Personen die geen goede rede hebben om op straat te zijn (en dit tevens kunnen bewijzen) zullen begeleid worden naar huis of- indien de persoon verdacht is- naar de kazerne.
De enige plaats waar dit niet echt gebeurd is de haven, dit omdat de vele bezoekers ook 's nachts arriveren en omdat de taveernes en herbergen hier laat open blijven, inwoners die s' nachts terugkeren van de haven doen er goed aan om de stadswachters te proberen ontwijken.
Buiten de militaire aanwezigheid leven hier een groot aantal handelaars, boeren en andere mensen die zich hier zijn komen vestigen in de veilige nabijheid van de grote legerforten. Dit maakt van Tohami een redelijk kleine stad met een enorme hoeveelheid aan voorstadjes, boerderijen en handelsposten.
Tohami ligt dus in een baai die omsloten wordt door hoge rotskliffen, de stad en de haven is maar langs één kant bereikbaar, langst weerzijde van de opening staan twee enorme forten op deze kliffen: Fort Nyoko en Fort Honiwa, in het midden van de stad staat het paleis toepasselijk Fort Tanaka genaamd.
Zicht op Tohami (tekening Joeri W.) |
Langst de overkant van de baai staat een beduidend kleiner fort dat vooral gebruikt wordt door de zeemacht van Tohami, het ligt iets hoger en daardoor fungeert het ook als lichtbaken voor schepen. Fort Nyoko is enkel bereikbaar via een omweg door de velden of langst een katrollensysteem op de klippen. Ook de douaniers van Tohami maken gebruik van dit fort, ze seinen door welke schepen tol betaald hebben, doorgelaten mogen worden of dubieus zijn en gecontroleerd moeten worden.
Fort Tanaka is het paleis van de generaal, het is gebouwd volgens de oude tradities en heeft een diepe gracht en een hoge palissade waarachter zich een binnenplein bevind. Op dit binnenplein staan verschillende lage gebouwen zoals de stallen en vertrekken van de paleiswacht en bedienden. in het midden staat het paleis zelf waarachter de tuinen zich bevinden. Het paleis is opgetrokken uit steen en bamboe en heeft dezelfde architectuur als de belangrijke gebouwen in de stad.
Het paleis wordt bewoond door de Generaal en verschillende van zijn handlangers, zoals:
- Vice- Admiraal Hanzo Shimoto, de diplomaat met betrekking tot de elfenrijken,
- Schout- bij- nacht Toshi Hirohito,
- Majeed Kansbar de schatmeester,
- Sheng-Di, hoofd van de Wolvenwacht, de persoonlijke wacht van Generaal Tanaka.
Het zuidelijke gedeelte van Tohami wordt gevormd door de uitgestrekte Také-bossen, dit zijn diepe, donkere bamboewouden die een belangerijk onderdeel vormen van de natuurlijke grondstoffen van het land. Door een jarenlange ontginning is een groot deel van deze bossen verdwenen en heeft plaats gemaakt voor velden en steppe.
In de uiterste uiters zuidelijke punt van het schiereiland staat het oeroude fort Nami, de voorloper van Tohami, dit fort, samen met de omliggende landen wordt geregeerd door de oom van Tanaka, Kazuko Musashi. Kazuko is een luidruchtige levensgenieter met een voorliefde voor jonge hoerslaafjes, dit maakt hem in sommige kringen zeer ongeliefd, maar zijn uitstekende staat van dienst en zijn status laat hem genieten van veel aanzien. Kazuko is ook een befaamde piraten- en smokkelaarjager en een belangrijke pion in de koude oorlog met de elfen.
Ten noorden van Fort Nami liggen steppen en moerassen waarachter de bergen liggen, er zijn twee bergkammen in zuid Orasol, de Yama-Yuki bergen (Sneeuwbergen) en de Yama-Rai bergen (Bliksembergen) Een weg loopt van Tohami door de Yama-Yukibergen naar fort Nami en verder naar Sawata. Dieven en struikrovers maken hier handig gebruik van en gebruiken deze bergen als hun schuilhol.
Verder staan er her en der grote monumenten die uitgehakt zijn in de rotsen in een langvervlogen tijd, men zegt dat deze afbeeldingen krijgers zijn uit de rassenoorlogen die hier hun laatse rusplaats hebben.
De Yama-Rai bergen zijn een onherbergzaam oord die bijna onmogelijk te bereizen zijn, sommige mensen zeggen dat draken er hun nesten hebben, anderen spreken over een machtige tovenaar. Hoe het ook zei, de Yama-Rai bergen hebben een toepasselijke naam, tijdens de moessonregens hangen er bijna altijd donderwolken boven de bergketens die onophoudelijk bliksemen. Geen mens die bij zo'n stormen in de buurt van de bergen durft te komen. Verder zijn deze bergen ook de oorsprong van de bron die uitloopt in het Kuromeer. Dat op zijn beurt dan weer opsplitst in de verschillende rivieren van Tohami; Hirakawa, Tohakawa en Akawa.
Langst de Westkant van het schiereiland liggen twee belangrijke dorpen: Sawata en Midori. Tussen deze twee dorpen liggen uitgestrekte geïrrigeerde rijstvelden die een enorme hoeveelheid voedsel produceren. Sawata heeft een eigen zilvermijn en wordt geregeerd door Paddishah Maldir Kechmed terwijl Midori vooral handel drijft met Rivizal en het riviervolk van Nuhuai. Midori wordt geregeerd door vrijheer Adnan Fouad.